Dangerous Animals (2025)
Toen ik hoorde dat dit een Australische horror-thriller was, toen was m’n drang om ‘m te zien net wat groter. Zeker omdat er de laatste jaren best wat slechtere ‘haaienhorror’ is uitgebracht, had ik dáár niet direct weer zin in. Maar de combinatie met “seriemoordenaar” en “Australië” overtuigden me. En gelukkig maar, want Dangerous Animals is een heerlijke rauw-lompe Australische film met één bekende acteur die een best aardige Silence of the Lambs–vibe uitstraalt. Combineer dat met de vrijgevochten surf scene waarin het verhaal zich afspeelt, en je hebt wat mij betreft een aardig aantrekkelijke mix. En dus een stevige, lompe horrorfilm die meer toont dan de meeste Hollywoodfilms aandurven…
Het verhaal
Tucker (Jai – Terminator Genisys, The Suicide Squad, American Primeval (tv) – Courtney) is eigenaar en kapitein van een boot die toeristen een onvergetelijk haaienavontuur laat beleven, ergens aan de Australische Gold Coast (tussen Byron Bay en Brisbane). We zien vrij snel hoe een gelegenheidskoppel zich onaangekondigd bij z’n boot meldt, omdat ze het hostel-uitje naar een dolfinarium hebben gemist omdat ze het de avond ervoor te leuk hadden. Heather (Ella – Neighbours (tv), Girl at the Window – Newton) is zo’n té ‘bleu’ giechelende Britse meid in een tussenjaar, terwijl de Canadees Greg (Liam Greinke) op het randje van too pushy balanceert. Samen doen ze een initieel nogal beangstigende kooiduik tussen de haaien, die uiteindelijk heel vet blijkt. Maar net als ze weer op de boot terug zijn, ontdekken ze Tuckers nogal gruwelijke motivaties…
Direct daarna zien we hoe de Amerikaanse Zephyr (Hassie – Yellowstone (tv) – Harrison) de golven voor de kust van Gold Coast aardig de baas is, waarna ze bij een lokaal supermarktje tegen het wat gladde lijf van vastgoedmakelaar Moses (Josh – Dune: Prophecy (tv), Thor: Love and Thunder – Heuston) loopt. Na wat initiële afkeer blijkt er toch aardig wat geile chemie tussen die twee, maar Zephyr is natuurlijk wel zó stoer, omdat ze Amerika juist verliet omdat ze iets niet wilde accepteren. Dus de volgende ochtend vertrekt ze, met het smoesje dat ze graag bij zonsopkomst aan ’t surfen is, voordat Moses haar kan verrassen met een ontbijtje…
Als ze even later echter haar surfplank aan het prepareren is, blijkt er op die nog altijd donkere parkeerplaats ook een pick-up truck te staan, waarvan wij als kijkers weten dat die van eerdergenoemde Tucker is…
Wegkijken mag wel af en toe, toch?
Ja, meer zal ik niet vertellen over het plot, wat best opvallend rustig opgebouwd wordt. Natuurlijk wordt in de openingsscène nog voor de titel al getoond dat met die titel mogelijk niet haaien worden bedoeld, maar ‘wij’ mensen, maar daarna nemen de makers best wat tijd om alles verder op te zetten. Met daarin een best lekkere, steamy scène en wat dialogen met Tuckers buurman aan de kade (Rob – The White Lotus (S03, tv), Carlton), wiens hond wel aanvoelt dat er iets niet pluis is met Tucker. Met andere woorden: er wordt wel wat spanning opgebouwd, die natuurlijk tot wederom lekker lompe hoogtepunten gaat komen. Waarbij de karakters qua exposé wel kúnnen vertellen hoe grof Tucker is, maar dat doen ze juist niet om de ander niet in paniek te laten schieten. En ja, hiermee verklap ik mogelijk wel dat hij meerdere slachtoffers gelijktijdig vasthoudt, maar dat is niet waarom deze film indruk maakt.
Dat is namelijk de zieke geest van Courtney’s karakter in de film. Nu willen ze volgens mij niet echt een statement maken over hoe lastig het voor mannen is om hun agressie in te tomen, maar daar worden wel af en toe wat opzetjes naar toe gegeven. Nee, ik denk dat de makers vooral hun vrij creatieve combi-idee (“Laten we eens een seriemoordenaar mixen met haaien!“) zo vet mogelijk wilden uitwerken. En dat is – in mijn ogen – ook goed gelukt…
Cast & crew
Waarbij de rol van Courtney wel cruciaal is. Ik glimlach weer als ik terugdenk aan hoe hij z’n inner-Buffalo-Bill (uit S.oftheL.) channelt in die scène waarin hij z’n demons loslaat op een veel te vrolijk nummer van Billy Idol. Echt zo’n rol die elke acteur volgens mij wel ooit wíl spelen, al zullen er in Hollywood waarschijnlijk ook veel acteurs bang zijn dat ze dat ook weer niet té goed moeten doen, omdat dit ook ‘slecht’ kan zijn voor je imago. Nu heeft Courtney het zeker wel geprobeerd in Hollywood (denk Jack Reacher, A Good Day to Die Hard, Divergent, Unbroken, Suicide Squad (ja, ook die zonder “The” ervoor) en Alita: Battle Angel), maar daar lijkt hij toch wat in van die net-niet-rollen te blijven hangen. Daarin is zeker ook een flinke boterham te verdienen hoor, maar ik begrijp het wel dat hij juist in z’n geboorteland nog altijd dit soort films maakt. Misschien dat hij wat onbekendere makers ook wel een extra boost wil geven door z’n naam aan een project als dit te koppelen. Het is ook wel een beetje een Australische traditie om in lekker exploitatieve horror te spelen (zie ook de docu over Ozploitation, over hoe bijvoorbeeld Nicole Kidman ook in zo’n Ausssie horror debuteerde). Daarnaast was Harrison wel een erg fijne, nieuwe (althans voor mij) verschijning. Zo’n super-stoere, door-onderdrukte-pijn-ook-coole surfbabe zal voor velen aantrekkelijk zijn, en zeker voor Heustons Moses. Ik herkende hem overigens wel degelijk, maar dat dat van z’n Constantine Corrino-rol in die Dune–spinoff was, daarvoor had ik IMDb wel nodig…
Net zoals ik wel even wilde opzoeken of regisseur Sean Byrne nog meer van zulke lekker-lompe films op z’n palmares heeft, en dat blijkt dus het geval te zijn. Sterker nog: hij heeft drie ‘grotere’ horrorfilms gemaakt, en wat opvalt: ze krijgen allemaal ruim boven de 6,0 op IMDb. Nu kun je denken: “Jaaaaaaaaaa, da’s net een voldoende!“, maar weet dat horror vaak het publiek verdeelt, en er best wat mensen zijn die hun afkeer tegen angst soms botvieren op zo’n IMDb-punt. Koppel dat aan het feit dat dit ook nog een Australische film is (waardoor ik me soms met een plaatsvervangende schaamte-glimlach herinner hoe sommigen bij de videotheek alles wat niet uit Hollywood kwam ooit met neerbuigende toon “buitenlandse films” noemden), en dan maakt dat punt best wel sense. Het scenario is geschreven door Nick Lepard, die wel aardig on a roll is. Hij debuteert hier dan wel, maar z’n volgende scenario wordt onder de titel Keeper verfilmd door niemand minder dan Osgood – Longlegs, The Monkey – Perkins!!
Final credits
Yes, ik genoot hard van deze film, al wist ik vooraf dus ook niet meer dan “haaien, Australië, seriemoordenaar”. Mogelijk dat je door het zien van een trailer torenhoge verwachtingen hebt, en mogelijk worden die niet voor iedereen ingelost, maar ik voel vooral de neiging om dit eenvoudig “Silence of the Lambs meets Blue Crush meets The Surfer meets Jaws” te noemen.
En als ik dan terugdenk aan die discussie over Creedence Clearwater Revival-nummers, dan moet ik zelfs toegeven dat deze film me zelfs wat interessants over die band en hun muziek geleerd heeft.