The Adjustment Bureau (2011)

Yes, Philip K. Dick heeft een behoorlijk interessant kort verhaal geschreven (The Adjustment Team), waarop de schrijver van Ocean’s Twelve en Bourne Ultimatum zijn regiedebuut heeft gebaseerd. En ik moet zeggen: hij levert een best intrigerende film af, die zich voor 90% erg bevredigend laat voortbewegen, maar toch net de juiste scherpte mist, if you ask me. Nét…

Matt Damon speelt congreslid David Norris, op het punt om senator van de staat New York te worden. Zeker omdat de film New York op een geweldige manier in beeld brengt (lang geleden dat een film mij me zo ‘in’ die grote appel aanwezig voelde zijn (wat een zin!)), vroeg ik me al vrij snel af waarom hij die geweldige stad voor de saaie hoofdstad Albany zou willen inwisselen, maar dat is compleet ‘besides the point’. Op de avond van de verkiezing is hij op het herentoilet een speech in elkaar aan het flanzen, als uit één van de toiletten de ontzettend fijne Emily Blunt tevoorschijn komt. Toeval of niet (daar kom ik later misschien wel op terug)?

Hun ontmoeting is er één die vele mensen alleen uit films kennen, maar vergelijkbaar met zo’n onvergetelijk moment dat sommige gelukkigen onder ons ook écht kennen. Elise (Blunt) is een ‘partycrasher’, moderne danseres en een ongelooflijke en wat ongewone beauty. Daarnaast is Blunt ook één van de beste vrouwelijke ‘nieuwelingen’ en lijkt ze haar belofte hier wéér in te lossen. Naast een goede actrice blijkt ze ook een best geweldige danseres (wat ook werd bevestigd door een bevriende choreografe in de zaal), en die twee talenten mag ze in alle vrijheid tonen in The Adjustment Bureau.

Om de film extra geloofwaardigheid te geven is Norris te gast (of onderwerp van gesprek) in vele talkshows. Jon Stewart, James Carville en Wolf Blitzer (nee, dat is géén artiestennaam!) komen allen als zichzelf voorbij, en zelfs de burgemeester van New York heeft een bijrolletje in de film. Daarnaast is hij ‘self conscious’ genoeg, waardoor Damon er ook mee weg komt om een congreslid en potentiële senator te spelen.
En al deze geloofwaardigheid zorgt ervoor dat het ‘grotere’ gegeven van de film – dat er mannen rondlopen die ervoor zorgen dat ons aller levens volgens een Plan verlopen, opgesteld door iets god-achtigs – nog wat ongemakkelijker en ‘quirky-er’ overkomt. Het is daarom des te knapper dat een debuterend regisseur als George Nolfi het voor elkaar krijgt dat ik m’n ‘suspension of disbelief’ gewillig laat gebeuren. Hahaha, dat is best lastig te vertalen, de ‘willing suspension of disbelief’. Coleridge trachtte daar ooit de kracht van een schrijver (of filmmaker) mee te duiden, om door het gebruik van ‘human interest’ en de schijn van realiteit de lezer (of kijker) ertoe over te halen het oordeel over de plausibiliteit van het verhaal los te laten.
Snap je het nog? ;)

Wat ik wil zeggen: knap hoe Nolfi het voor elkaar heeft gekregen dat vrijwel de hele zaal mee ging in het verhaal, zonder te zeuren over de onmogelijkheden erin. Maar daar komt ook mijn kritiek al een beetje om de hoek kijken. Als hem dat namelijk níet was gelukt, en je dus teveel na was gaan denken of het plot wel helemaal klopt e.d., dan zou het kunnen dat je wel (en waarschijnlijk terecht) wat aan te merken had. Dat, in combinatie met het toch iets te ‘safe’ uitwerken van de consequenties van het verhaal, doet me vermoeden dat Nolfi ook niet wist (of niet bij machte was) hoe diep het verhaal kon gaan. Want spelen met ‘vrije wil’ versus ‘predeterminatie’ is natuurlijk mega-interessant. Dat het in een Hollywoodfilm gebeurt is opmerkelijk en hoopgevend, maar doordat het volgens mij net niet scherp genoeg uitgewerkt is, is dit geen gewéldige film geworden. Wel een erg goed gemaakte en zeer vermakelijke film, maar net geen onvergetelijke…

IMDb: http://www.imdb.com/title/tt1385826

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *