Him (2025)
Yes, Him is zo’n film die je – als je niet direct door hebt en/of accepteert dat het een soort sprookje wordt – waarschijnlijk “raar”, “stom” of “slecht” vindt. Ik las zojuist wat reacties van collega’s, en sommigen proberen hun onbegrip in dezen vrij amechtig te verwoorden met intelligent-ogende-kritiek (of zeuren over hoe bijvoorbeeld football-regels niet goed gehanteerd worden). Maar dat voelt voor mij dus wat voorbarig en/of ‘excuserig’. Ik had direct al door dat je niet letterlijk moet nemen wat je ziet. Deels doordat je in de openingsscène al een toxische, (mannelijke) sportmentaliteit ziet die in 2025 niet meer ‘zomaar’ getoond wordt, maar vooral doordat ik dus al snel aan films als Sorry to Bother You en Blink Twice moest denken: surrealisme dat overduidelijk wordt ingezet om iets ‘meer’ te zeggen…
Al wisten de marketeers ook niet precies hoe ze deze film moesten promoten, want de IMAX-zaal zat op de premièreavond maar voor 10% vol, en zelfs m’n beste filmvriendin had vooraf nog niets over deze Jordan Peele-productie gehoord…
Het verhaal
De jonge Cam is mega-fan van de San Antonio Saviors, en dan met name van sterspeler en ‘GOAT’ Isaiah White (Marlon – Requiem for a Dream, White Chicks – Wayans). Al lijkt Cams fascinatie vooral erin gepusht te zijn door z’n vader (Don Benjamin). Zo sterk zelfs, dat ik al direct dacht: “Damn, ik weet dat Amerikanen dat harde strijden in sport normaler vinden dan wij hier, maar dit is toch wel iets te hard pusherig naar zo’n jong manneke?” Lange tijd om daarover na te denken had ik echter niet, want ondanks Isaiahs mega-blessure in die kampioenschapswinnende wedstrijd, blijkt hij zo’n tien jaar later daadwerkelijk ook de Greatest of all Time te zijn, met z’n achtste kampioenschapsring. Maar Cam heeft ook niet stilgezeten: hij is – na de dood van z’n vader – uitgegroeid tot het grootste jonge talent in American Football, en maakt zich op voor de jaarlijkse draft waarin de talenten verdeeld worden over de verschillende teams…
Net vóór die draft wordt Cam echter neergeslagen door iets wat op een demon lijkt, en de daaropvolgende verwarring valt ietwat weg als hij ook écht gewond blijkt, en van de artsen zeker niet mee mag doen aan de draft. Helaas peanut butter voor Cam, toch..?
Gelukkig niet, want Cams manager Tom (Tim – Ant-Man and the Wasp, Us – Heidecker) heeft kunnen regelen dat Cam een week lang mag komen trainen bij Isaiah thuis. En dat thuis (zie ook still hieronder) is een prachtig futuristisch onderkomen in de Texaanse woestijn, waar hij bij de ingang al ontdekt hoe groot de sekte is die achter Isaiah aan blijkt te lopen. Maar ook daar is weinig tijd voor, want Isaiah wordt vrijwel direct onderworpen aan een regime wat alle perken te buiten gaat. De reden dat hij toch doorgaat, is dat Isaiah hem weet te overtuigen dat je er echt ALLES voor over moet hebben om de top te bereiken.
En dan glijdt de film steeds verder richting metafysische nachtmerrie, waardoor ik wel begrijp dat men wat terughoudend is/was met de promotie…
“Echt raar” vs. geïntrigeerd
Ik had m’n 21-jarige nichtje op bezoek, en ze wilde naar de film. Nu weet ik dat ik een niet-zo-standaard-smaak (meer) heb, maar gelukkig kon ik haar overtuigen om niet naar The Conjuring 23 (?) te gaan. Maar daardoor had ik dus wel ook een lichte ‘zorgtaak’, als in: ik heb haar meermaals gezegd dat ze wat ze zag niet al te letterlijk moest nemen, want ik hoorde de “wat een weirde shit?“- en “echt raar!“-uitspraken vrij snel komen. Terwijl ik dus snel door had dat je bij deze film naar de metafysische laag moet zoeken. Nu is die bij mij zeker nog niet duidelijk hoor, dus mogelijk wordt mijn eindconclusie ook minder positief dan hoe ik ‘m nu ‘voel’, maar ik was zeker wel geïntrigeerd. Dat de makers Black Swan als inspiratie noemden, dat verrast mij namelijk niet, want dat topprestaties niet altijd ‘gezond’ blijken, dat is sowieso al een interessant thema.
Daarnaast is de titel niet voor niets hetzelfde woord als waar de christelijke god mee wordt aangehaald in dat oude boek, en voel je – in combinatie met de vele hoorns in de film – wel wat er verantwoordelijk is voor die ‘poef’ die je in het laatste shot van de film ziet.
Crew & cast
Waarbij ik me wel deels aansluit bij de critici die denken dat de schrijvers misschien ook niet helemaal duidelijk hadden wat ze nu precies willen vertellen. Zack Akers, Skip Bronkie en tevens regisseur Justin Tipping doen niet enkel een wedstrijdje aparte namen bezitten, ze lijken met hun filmografie ook niet over de benodigde ‘filosofische intelligentie’ te beschikken waarop ik m’n hoop gevestigd heb. Waarbij Tipping dus hiervoor voornamelijk afleveringen van diverse tv-series heeft geregisseerd, en dat zijn series die hier volgens mij nog eens niet uitgebracht zijn. Wat mijn vermoeden versterkt, dat hij Peele gewoon ergens van kent, en van hem de mogelijkheid kreeg deze film te maken. De film heeft namelijk wel een production value die je niet verwacht bij zo’n onervaren (speelfilm)regisseur…
Opvallend hoe goed Wayans er in mijn ogen nog mee weg kwam, dat hij als 50+’er nog een atleet speelt. Nu zijn bijna alle rollen in de film wat aangezette archetypes, en volgens mij is dat ook wat makkelijker te spelen dan rollen waarin je subtiel de kijker ‘leidt’ met bepaalde blikken. Wat ook de reden was dat de coole Tyriq Withers goed overkomt. Of hij echt kan acteren, dat vraag ik me af, maar hij was bijvoorbeeld wel al ooit te zien in (overigens slechts) één aflevering van Atlanta, en eerder dit jaar ook in de I Know What You Did Last Summer-remake. Maar de opvallendste rol – voor mij althans – was die van stand-up comedian Jim Jefferies. Nog opvallender: dit is schijnbaar al z’n 17e IMDb-credit als acteur, maar ik kende ‘m echt alleen nog maar van zijn werk als cabaretier. Verder doet Julia – Uncut Gems – Fox een beetje een ‘The Hunger Games-Elizabeth Banks’-y, en ook al is dat functioneel (om het surrealisme verder aan te zetten), haar rol werkte voor mij niet echt…
Final credits
M’n nichtje noemde na afloop The Substance, en inderdaad, qua gevoel past Him wel een beetje daarbij. Ook daarin wordt eenzelfde groepje ‘oude witte mannen’ opgevoerd; in Him als elite/eigenaars, terwijl ze in die schoonheidsparodie als kleine jochies achter Dennis Quaids Hollywood-mogul aanhuppelden.
Dat huppelen blijft hier achterwege, maar ik heb dus wel het gevoel dat Justin Tipping deze Monkeypaw Productie ‘mocht’ regisseren van voorbeeld én producent Jordan – Get Out, Us, Nope – Peele, en zo kun je Him ook wel beetje zien: als een nog ietwat ontoegankelijkere toevoeging aan dat realm aan films.