Final Destination: Bloodlines (2025)
Het is inmiddels al vijfentwintig (!!) jaar geleden dat een oorspronkelijk als X-Files-aflevering bedoeld verhaal werd verfilmd als Final Destination, en wat bleek: een succesvolle horror-franchise was geboren. In de elf opvolgende jaren verschenen maar liefst vijf delen, maar nu duurde het dus veertien jaar tot het zesde deel. Een deel dat compleet los staat van de eerdere films – buiten één karakter dat in de eerste twee én de laatste twee delen te zien was (en daar blijft het ook bij, want de acteur is overleden) – en een soort re-imagining van de franchise, door er een familie-/generatie-thema aan te koppelen.
Maar wat gelijk is gebleven: op het moment dat je weet dat je beter geen al te grote binding met welk karakter dan vormt, dan is het best hard genieten van de creatieve vondsten in horror- en schrikmomenten, want wat een lompe bloederigheid zeg, zeker als het niet té ‘CGI-snel’ voorbijvliegt…
Het verhaal
Stefani (Kaitlyn – The Flash (tv) – Santa Juana) is voorbestemd voor een goede carrière, maar doordat ze al wekenlang één en dezelfde nachtmerrie heeft – waarmee de openingsscène een lekker plot mag volgen – begint haar studie nogal te lijden. En ook haar kamergenoot is niet al te enthousiast dat ze elke nacht wakker wordt van het geschreeuw van Stefani. Zij tipt ‘ons Stef’ dan ook om hier iets aan te gaan doen, want ze wordt er knettergek van. En aangezien de nachtmerrie over Stefani’s oma gaat, is het vrij logisch dat ze hiervoor terug gaat naar haar geboortestadje, waar haar familie nog altijd woont.
Pa Marty (Tinpo – The Curse of La Llorona, Kidding (tv) – Lee) is maar wat blij dat dochterlief weer eens terug is, maar broertje Charlie (Teo – Wind River – Briones) vraagt zich meteen af wat ze komt doen. Na een eerste uitleg gelooft natuurlijk niemand haar, maar Stefani krijgt vooral te horen dat ze oom Howard (Alex – Open Range, Horns – Zahara) niet naar oma moet vragen. Daar blijkt nogal wat oud zeer te zitten, wat mogelijk ook te maken heeft met de reden dat Stefani’s en Charlie’s moeder zo’n 15 jaar geleden de benen nam.
Maar natuurlijk luistert Stefani daar niet naar, en als ze uiteindelijk ontdekt waar de oma uit haar nachtmerries nu woont, besluit ze haar te bezoeken. En ja hoor: daarmee zwengelt ze onbedoeld de interesse van ‘de dood’ aan, en is het tijd om te gaan zitten voor blood & gore…
Conceptueel gezet, aardig uitgewerkt
Ik was best aangenaam verrast door deze film. Nu weet ik inmiddels dat ik ‘m zag aan het begin van m’n (half)jaarlijkse griep, dus ik had al niet zoveel zin in een serieuzere film. En initieel werkte de schrikmomenten ook gewoon goed stevig, totdat ik me dus besefte: “Nee Filmofiel, als je geen zin hebt om continu te schrikken, dan laat je beter alle eventuele ‘binding’ met welk karakter dan ook los, want waarschijnlijk gaat iedereen hartstikke dood en is de film vooral bedoeld als ‘field trip’ voor de special en visual FX mensen, dus geniet gewoon van de bloederigheid!“.
En dat werkte, zeker omdat dat terugkerende karakter (William ‘JB’ Bloodworth, een rol van wijlen Tony Todd) vrij snel stelde dat als je de dood gaat tegenwerken, het nogal ‘messy’ kan worden. Wat die ‘messiness’ precies in zou houden, dat wordt wijselijk in het midden gelaten. Waardoor de makers dus alle kans en vrijheid krijgen om lekker los te gaan, zonder ‘last’ te hebben van iets van regels. Want ze hadden toch al aangegeven dat het één grote chaos kón worden..?
Crew & cast
Op zich een vrij gewiekste manier om inderdaad minder filmwerkelijkheidlogica te hoeven ‘bewaken’. Mogelijk dat dat de verdienste is van twee van de drie scenaristen, die al een aardig oeuvre hebben opgebouwd. Jon Watts brak namelijk ooit door met Cop Car (met Kevin Bacon), die zo goed ontvangen werd, dat hij inmiddels ook al drie Spider–Man films heeft geregisseerd, en onlangs ook vrij serieus betrokken was bij Skeleton Crew (tv). Gary Busick is een echte ‘horrorschrijver’, want hij brak door met Ready or Not, en schreef daarna nog twee Scream-films én het scenario van Abigail. Vreemdste eend in het schrijversteam is echter Lori Evans Taylor, die maar liefst 63 afleveringen van Wicked Wicked Games schreef, maar verder niet zo heel veel opmerkelijks. Iets dat ik ook kan typen over het regieduo Zach Lipovsky-Adam B. Stein; werkelijk niets uit hun gezamenlijke oeuvre doet voorspellen dat ze ineens de kans kregen om zo’n toch wel bekende franchise nieuw leven in te blazen. De interessantste film die ze eerder maakten lijkt Freaks uit 2018 (te zien via Videoland (momenteel althans)), maar de premisse van die film kan ook nog alle kanten op…
Films als FD: Bloodlines werken vaak het beste als er géén bekende acteurs in zitten, juist vanwege het feit dat het concept je wil laten geloven dat ook echt alles en iedereen nog dood kan of misschien wel zál gaan. En als je dan bijvoorbeeld een Leonardo DiC. inhuurt, dan weet iedereen dat hij óf als laatste zal sterven, of vanuit spektakel-free-publicity-oogpunt als allereerste (en dan zo hard mogelijk). Maar omdat een type als DiC. dáárvoor natuurlijk veel te duur is, is het best logisch dat ik echt niemand herkende uit de kast. Alhoewel: Brec Bassinger – de jonge oma uit de openingsscène – speelde inderdaad wel DC Comics’ Stargirl in de gelijknamige serie (en blijkt nul familie van Kim, by the way), en Santa Juana speelt ogenschijnlijk vrij eenvoudig de hoofdrol. Maar hoe hard ze haar best moet doen, dat weet ik niet. Logischerwijs wil je in zo’n horror-franchise-film ook geen acteur die ver boven de rest uitstijgt, of die vanwege haar/zijn/hun acteertalent teveel opvalt. Enkel wanneer zoiets ‘culty‘ wordt, zoals in het geval van Tony Todds karakter. En dan is het natuurlijk ook weer ‘mooi logisch’ dat hij vanwege z’n overlijden een ‘in memory of‘-credit krijgt…
Final credits
Ja, lekker horror-vermaak waarbij het vrij eenvoudig is je verstand uit te zetten. Door het gegeven komt de film ook makkelijker met meer weg, en het is bij zulke horrorfilms (helaas?) allang knap als de film nergens te dom of te makkelijk of te simpel of té commercieel aanvoelt. Nu is dat laatste natuurlijk wel het geval (dat commerciële), maar ik geef ook graag toe dat commerciële dingen vaak wel goed weten hoe te vermaken.
En nee, méér dan lekker bloederige horror is dit ook niet, maar verwacht je méér dan..?