Caught Stealing (2025)
Darren – The Whale, mother!, Black Swan – Aronofsky keert terug naar z’n ‘doorbraakroots’ – het New York van de jaren 90 – waar zijn doorbraakfilms Pi en Requiem for a Dream zich ook afspeelden (Requiems beroemde pier (en Coney Island-strand) komt zelfs voorbij!). Nu heeft hij echter een roman van Charlie – Gotham (tv) – Huston verfilmd, die qua verhaal wel past in Aronofsky’s ‘wereld’, maar die qua originaliteit niet mega uitblinkt. Al is Aronofsky wel zo’n begenadigd regisseur, dat de cast niet alleen heerlijk verrast (tot aan het laatste shot aan toe!) omdat ‘iedereen’ met hem lijkt te willen werken, maar dat hij ook in meerdere scènes toont geweldig minutieus te werk te gaan.
Yes, ik liep heerlijk tevreden de zaal uit, ook al was ie mogelijk niet zó vet als ik ergens gehoopt had?
Het verhaal
De openingsscène toont een highschool-honkbalwedstrijd in 1982, om vervolgens direct door te springen naar een World-Trade-Center-establishing–shot met de titel: “1998 – Lower East Side“. We zijn dus 16 jaar vooruitgesprongen, en zien hoe Hank (Austin – The Bikeriders, Elvis – Butler) een wat verholen alcoholist is geworden die met z’n looks en charisma de populairste barman van de wijk blijkt. Als z’n ‘zijn we nou wel of niet serieus?’-babe Yvonne (Zoë – The Studio (tv), The Batman – Kravitz) hem bij de bar oppikt voor een heerlijk geile nacht, lijkt alles koek en ei in z’n leven. Al schrikt ie ogenschijnlijk wel vaak wakker uit een zich herhalende nachtmerrie. Dus dat hij voor iets van verlossing nog ’terug’ moet naar wat er begin jaren 80 gebeurde, dat voel je er de hele film wel onder zitten…
Maar dat is het wat ‘diepere’ onderlaagje. Het plot draait namelijk om iets wat Hanks buurman Russ (Matt – Lost River, Doctor Who (tv), House of the Dragon (tv) – Smith) heeft geflikt, die Hank vertelt dat hij naar z’n zieke vader in Londen moet, en vraagt of hij een paar dagen op z’n kat Bud wil passen. Met wat tegenzin accepteert Hank, maar al snel blijkt punker Russ bij wat zaakjes betrokken te zijn, waarvoor een verstandig mens ook zou vluchten. De eerste bezoekers aan Russ’ appartement slaan en schoppen onze hoofdrolspeler een gescheurde nier, maar die Russische gangsters zijn volgens rechercheur Roman (Regina – The Harder They Fall, Watchmen (tv) – King) niets vergeleken bij twee chassidische Joden, die schijnbaar naar hetzelfde op zoek zijn.
Natuurlijk raakt Hank steeds dieper betrokken in vuile spelletjes, waarbij zo’n beetje al z’n dierbaren ook zwaar risico lopen, want vooral die twee Joodse broers (waarbij het heerlijk ontdekken is welke grote namen hen spelen) schijnen nogal nietsontziend te zijn…
Sfeervolle verlossingsqueeste
Ik zag zojuist een interview met Aronofsky, waarin hij vertelde hoe belangrijk het was om het ‘authentieke’ New York van de jaren 90 te reconstrueren. De graffiti die je overal in de stad ziet is ook echt gezet door artiesten die hun 90’ies stijl herhaalden, voetgangersstoplichten hebben weer de “WALK/DON’T WALK“-letters van toen, et cetera. Meest opvallende en/of persoonlijke lijkt echter “Kim’s Video“, een roemruchte videotheek uit die tijd (en waar Aronofsky hoopte zelf ooit een eigen sectie te krijgen, met zijn films). Ik vroeg me tijdens de film ook meermaals af hoe ze het er allemaal zo authentiek uit hadden laten zien, maar het blijkt dus vooral veel ambacht te zijn geweest. Al kan ik me niet voorstellen dat die oude metro die ergens in de achtergrond voorbijkomt géén greenscreen-shot was. Maar who knows, want als je kijkt naar hoe geweldig bepaalde gezichtsuitdrukkingen betekenis aan een scène geven (vooral in die autoscène met de Joodse broers), dan voel je aan alles: hier stond een meester-regisseur aan het roer.
En ja, daaronder zit echt wel een zoektocht naar verlossing van ons hoofdkarakter, dat het verhaal ook mooi rond maakt uiteindelijk, maar de meesterlijkheid zit dus meer in de gezette sfeer en de details, niet in het plot.
Crew & cast
Waar Aronofsky zich bij mij totaal niet/nooit meer hoeft te bewijzen, geldt dat niet voor scenarist (en romanschrijver) Huston. Waarschijnlijk heeft hij ook wel wat feeling voor het rauwe van New York, want daar speelt de Gotham-serie zich ook af (al hoorde ik laatst in een podcast over Al Capone dat Gotham en de gehele Batman-wereld eigenlijk op Capone’s tijd in Chicago is gebaseerd?), maar qua originaliteit is Caught Stealing vooral een leuke plotfilm, met de energie/dynamiek van een film als Baby Driver (ook een film die het niet van het plot moest hebben). Wat ook de reden was dat niet iedereen in de zaal even enthousiast was als ik. Want ja, de naam “Aronofsky” wekt natuurlijk wel stevige verwachtingen…
Austin Butler heeft een beetje hetzelfde als Glen Powell (uit Twisters, Hit Man en binnenkort The Running Man): het lijkt allemaal zó vanzelfsprekend te gaan, aangezet met een dosis charisma waar je U tegen zegt. Iets waar zijn Hank ook heerlijk arrogant mee speelt, en waar Kravitz’ Yvonne als een blok voor valt, hoe stoer en onafhankelijk ze ook lijkt te willen zijn. En van Kravitz was ik al langer fan (ook vanwege haar geweldige rol als zichzelf in Seth Rogens The Studio (tv)), en waar ze met Blink Twice een uitstapje naar de regiestoel maakte, ben ik erg blij dat ze hier weer acteert: haar rol heeft een beetje die gevaarlijke edge, dat ze ’te perfect’ lijkt, en daarmee jouw beeld van romantiek kan vernachelen (ik projecteer nu keihard m’n puberale zelf hè ;)). En nee, ik ga zeker niet alle namen die voorbijkomen benoemen, want dat is voor jou ook heerlijk ontdekken (dus check die tags hieronder niet!). Zelfs die buur-zwerver van Hank kun je namelijk herkennen uit het geweldige The Marvelous Mrs. Maisel (tv) of The OA (tv). Okay, degene die ik nog wel wil benoemen is meest opvallende naam op de aftiteling: D’Pharaoh Woon-A-Tai. Hij speelde ooit in het indrukwekkende Reservation Dogs (serie over jongeren in een Native American-reservaat), maar recentelijk ook in Alex Garlands Warfare. Hier heeft ie een kleine maar belangrijke rol in Hanks eerdergenoemde zoektocht naar verlossing…
Final credits
Yes, Caught Stealing heeft eigenlijk alles in zich om geweldig gevonden te worden, en ik verwacht ook wel dat ie lekker in m’n hoofd blijft hangen. Vooral vanwege dat subtiele acteerwerk in enkele scènes, de lekkernij van hun romance, de hanenkam van die ‘sisterfucker‘ uit House of the Dragon (tv) en zeker die 90’ies New York-sfeer (al was mijn eerste bezoek aan voormalig Nieuw-Amsterdam pas in 2000).
Verwacht je echter een diepzinnige cultfilm van Darren Aronofsky, dan vrees ik dat je ietwat teleurgesteld de zaal verlaat. Ergens voelt het een beetje als dat Inherent Vice-zijstapje van Paul Thomas Anderson, dat ook zo’n lekker vermakelijk, vet en/of cool zijstapje van een topregisseur was…