Pinball: The Man Who Saved the Game (2022)
Een jaar voordat Air en Tetris twee best heroïsche Amerikaanse business success stories verfilmden, maakten broers Austin and Meredith Bragg al deze best leuk vormgegeven business-biopic. Maar dan wel één die z’n eigen serieusheid (wijselijk?) onderuithaalt met een overduidelijk aanwezige nepsnor voor Mike Faist, die ik mede daardoor amper herkende van onder andere Challengers, The Bikeriders en West Side Story (waarin hij ‘ratje’ Riff speelde). Maar inderdaad: kun je wel zo’n zelfde heroïsche biopic maken over de man die de flipperkast gered schijnt te hebben? Geholpen door een verhaal dat misschien wel Amerika’s grootste kracht toont: ‘selling with drama‘…
Het verhaal
Roger Sharpe (Faist) laat zich tijdens z’n studententijd graag afleiden door flipperkasten. Misschien wel het enige waar hij echt goed in is, terwijl hij toch eigenlijk studeert om advocaat te worden. Veel hierover wordt ook in hindsight verteld door een oudere Roger Sharpe (Dennis – Crocodile Dundee II, W. – Boutsikaris), die ogenschijnlijk geïnterviewd lijkt te worden voor een documentaire over zijn leven. Maar die vertelling vormt dus de basis voor deze film, over hoe de jonge Sharpe uiteindelijk een verbod op flipperkasten in de staat (of stad?) New York terug wilde draaien. Een verbod dat ooit populistisch is ingesteld door de man naar wie uiteindelijk NY’s tweede vliegveld (of derde, als je Newark mee zou rekenen) is vernoemd.
Eén van de redenen om de oudere Sharpe constant alles te laten becommentariëren, dat lijkt bedoeld om het gras van enige serieuze kritiek bij voorbaat weg te kunnen maaien. Iets dat ook wel werkt (deze recensent trapte richting het eind in een duidelijk opgezette ‘val’ ;)), want doordat ze zelf al een paar keer een grap maken over Rogers mega-aanwezige snor, lijkt dat te duidelijk opgeplakte stuk gezichtshaar een bewuste afleider. Terwijl het verhaal best de moeite waard is, en zeker ook wel een ietwat serieuzere kijk op de ‘brood & spelen’-thematiek van de oorspronkelijke flipperkast had kunnen proberen. Maar ergens lijken de makers daar óf angstig voor te zijn geweest, óf ze hebben het wél geprobeerd en al vrij snel ingezien om dat serieuze juist overboord te gooien.
Waardoor de relatie met de zeven jaar oudere single mom Ellen (Crystal – Crazy, Stupid, Love., Teen Wolf (tv) – Reed) en haar zoontje Seth (Christopher – Gotham (tv), Stranger Things (tv) – Convery) ook lekker luchtig moét blijven, terwijl ook dáár best wat potentie zat. Waardoor uiteindelijk het interessantste aan de film voor mij misschien wel het leren over het ‘ontstaan’ van toch één van de bekendere magazines – GQ – was…?
Pinball, Tetris & Air: inspirerende biopic-battle
Ja, vooral in neerzetten van de populistische reden om flipperkasten überhaupt illegaal te verklaren – als poging gokken tegen te gaan, en daarmee de maffia een flinke slag toe te kunnen zéggen te brengen (inderdaad: beetje PVV-nuttigheid…) – daarop kunnen we in deze tijd natuurlijk nog wel meer dan (Trumpiaanse PVV-)politiek projecteren. Maar dat doorzien wordt hoe vanuit een soort afleiding, of pettiness, een onschuldig onderwerp wordt misbruikt om macht te tonen, dat gaf deze burger wel wat moed. Want hoe meer bewustzijn over de bekrompenheid van (Amerikaanse) politici, des te beter.
Maar met bovenstaande probeer ik wel ietwat geforceerd iets van urgentie bij de makers te zien/vinden. Pinball: The Man Who Saved the Game lijkt namelijk vrij weinig meer te willen dan op vrij risicoloze wijze een niet al te schokkend verhaal te vertellen, waarin – nogmaals – een snor de hoofdrol lijkt te spelen. En ja, ik voel me nu best een simpele drol, maar heel veel meer kan ik qua kritiek niet kwijt hier. Ik vermaakte me zeker wel hoor met deze film, maar uiteindelijk is hetgeen je mee achterblijft een beetje vergelijkbaar met hoe je ‘vroeger’ (nog voordat onze smartphones elke vorm van verveling hebben laten verdwijnen) in de wachtkamer van de tand- of huisarts zo’n magazine van de stapel pakte, en daar een artikel in las wat wel opmerkelijk was, waarover je ooit misschien wel iemand zou willen vertellen, maar dat – buiten die enkele glimlach – verder ook weinig echt nuttigs opleverde…
Cast & crew
Ergens was het best opmerkelijk, dat ik deze film bij een vriend van me ging kijken en er nog nooit van gehoord had. Iets dat hem ook blij stemde, want ik ben altijd die irritante filmliefhebber die “Altijd alles al gezien heeft!“. Maar mogelijk was dat ook de reden dat ik niet verwachtte om een afgelopen-jaar-toch-best-stevig-doorgebroken Mike Faist te moeten herkennen; omdat ik in zo’n onbekende film niet zo’n ‘doorbrekend’ hoofd verwachtte. Terwijl het hoofd van Boutsikaris me wel veel herinnerde aan tal van (oudere) tv-series, maar het jeukte ook de hele film, dat ik niet precies wist waarvan. Verder heb ik de serie Teen Wolf nooit gezien, dus dat ik de licht-cougar‘ing Reed niet herkende, dat is vrij logisch. Overigens speelde iedereen zijn/haar rol meer dan afdoende hoor, maar heel ‘veel’ lijken ze ook allemaal niet te hoeven doen. Juist omdat er dus nergens echt iets scherps, risicovols of interessants gebeurt in de film…
Natuurlijk moest die maat van me hard lachen, toen ik dus wel in een duidelijk vooropgezette valkuil trapte. Ergens richting het einde reageerde ik namelijk met “Hey, dit slaat nergens op!“, en precies daarna lieten de Bragg-broers het historische karakter daar ook op reageren. Ik werd dus lichtelijk gepakt door de eigen zelfkritiek van de makers. Dat zorgt wel voor wat bonding natuurlijk, maar het is wel erg stemmingsafhankelijk of zoiets überhaupt werkt in een film. Gelukkig deed het dat dus wel. Net zoals we ook behoorlijk onder de indruk waren van de production design: het was niet lastig inleven in het gezette tijdsbeeld, want alle decors en zo, dat was meer dan top geregeld…
Final credits
Ja, en persoonlijk zou ik dan nog een moment kunnen herinneren dat we in Brooklyn ooit mee gingen naar een nogal opvallende kroeg. Na een fietstocht namen wat locals ons – via een laundromat-ingang – mee naar een café waar de enige wandplek die níet gevuld was met flipperkasten de plek was waar de bar stond. Mogelijk dat dat dus best een café met een ‘belangrijk-historische’ betekenis was. Koppel dat aan het ogenschijnlijk ooit volledig onnodige verbod op flipperkasten – waarmee het een potentieel symbool was van de onderdrukking van ‘de gewone man’ – dan zou ik nu met veel meer drama/gravitas aan dat moment in Brooklyn terug moeten denken. Maar je voelt waarschijnlijk nu al aan ALLES dat dit echt enorm vergezocht en/of over-gedramatiseerd is.
Terwijl de makers met die enorme snor juist continu lijken te willen zeggen: “Wees niet al te kritisch hè, want wij weten dat we misschien wat té dramatisch doen over een niet zo belangrijk onderwerp!”