First Cow (2019)

First CowDat Kelly Reichardt poëtisch gezien één van de beste filmmakers van de laatste jaren is, dat ontdekte ik (pas) bij Meek’s Cutoff: een western die veel meer over de huidige tijd zei, dan over het Wilde Westen (heb Wendy and Lucy en Old Joy nog altijd niet gezien). First Cow is allereerst een bijna meditatieve vertelling, gezet in de bossen van Oregon halverwege de 19e eeuw. Daarnaast is het ook een mooie slow burner over vriendschap, maar net zo goed een cynische (en lichtelijk ‘Icarussiaanse’) kijk op het opportunistische kapitalisme.
Maar net als bij mediteren had mijn drukke hoofd initieel wat moeite om me onder te laten dompelen in het verhaal, mede ook omdat ik vooral ‘schrok’ van de manier waarop ze dit historische verhaal in het heden inleidde. Al was die schrik ook weer zó persoonlijk, dat ik Reichardt graag zou vragen om mijn eigen scenario te verfilmen. Al bevat dat verhaal van mij waarschijnlijk veel teveel plot voor een Reichardt-film, vrees ik…

Het verhaal
Cookie (John – The Big Short – Magaro) is de kok van een groepje bontjagers in de ruige bossen van Oregon. In die tijd waren de jonge Verenigde Staten nóg meer een land van opportunisten, wat het grote aantal nationaliteiten in die bossen verklaart. Zo ontmoet Cookie namelijk een naakte Chinees, die zich verschuilt voor een aantal Russen, die achter hem aan zitten. Volledig tegen de rauwe lompheid van die tijd geeft Cookie deze King-Lu (Orion – Skyfall, The Last Jedi – Lee) wat te eten, wat kleding en een plekje in z’n tent. De volgende dag is King-Lu echter alweer vertrokken, maar eenmaal aangekomen in een handelsdorpje, ziet Cookie hem pontificaal kaartend in de lokale kroeg.

King-Lu is blij om Cookie weer te zien, en laat ‘m vol trots z’n ‘huis’ zien, een stukje buiten het dorp. Cookie begint direct met wat op te ruimen, terwijl King-Lu vooral ook een drinkmaat zoekt. Al snel blijkt dat ze elkaars vriendschap erg waarderen, en heel subtiel zien we hun huisje steeds verder uitgebreid worden. De reden: even daarvoor hebben we, in een werkelijk prachtig shot (zie still hieronder), gezien hoe er een eenzame koe is aankomen, die de lokale baas, Chief Factor (Toby – Tinker Tailor Soldier Spy, Berberian Sound Studio – Jones), van verse melk moet voorzien. En die koemelk is een welkom ingrediënt voor iets waarmee onze vrienden een fortuin denken te kunnen gaan maken: oliebollen!!
Maar hoe lang kunnen ze die cash cow ongezien blijven melken..?

First Cow-recensie: Kelly Reichardt blijft één van de interessantste Amerikaanse filmmakers..!

Spannende ‘projectiepuzzel’
Ja, de openingsscène (met een minirolletje van Alia – Cedar Rapids, Blaze – Shawkat) bleef namelijk de gehele film wel in m’n achterhoofd aanwezig, en dat zorgde ervoor dat ik ook best veel spanning voelde gedurende de film. Ook in scènes die eigenlijk totaal niet spannend zouden hoeven te zijn. Best een raar ‘achtergrondruisgevoel’, wat er ook voor zorgde dat ik me de hele film bleef beseffen naar een meer metafysisch verhaal te kijken, dat haar schoonheid ook deels ontleent aan die duidelijke afronding. Dit klinkt mogelijk heel raar nu, maar ik bemerk wel vaker ‘dramatische schoonheid’ in het weten dat iets eindig is. Waarschijnlijk ook exact de reden dat First Cow een overduidelijke ‘festival favorite‘ (a.k.a. ‘recensentenfilm’) is, en dat je voor makkelijk escapisme ergens anders moet zijn.
Maar als je de ‘openheid’ van deze rustige vertelling kunt accepteren (ik bedoel dit overigens zonder oordeel hè; sommige van m’n beste vrienden trekken zulke films totaal niet), dan is het dus ook heerlijk puzzelend projecteren, of projecterend puzzelen. Wat wat wil de altijd neoliberalisme-kritische Reichardt nu precies vertellen? Kan ik mijn eigen visie hierop projecteren, en ‘klopt’ die dan met wat zij wil vertellen, biedt ze juist een dieper/wijzer/ander perspectief daarop, et cetera. Want zijn in deze wereld grote dromen enkel waar te maken, als je 100% opportunistisch jezelf (en je moraliteit) op het spel zet? En hoe verhoudt zich dat tot die American dream (een idee dat ooit bedacht lijkt naar aanleiding van een Nederlandse scheepsjongen die zich in Nieuw Amsterdam opwerkte tot één van de rijkte New Yorkers, by the way)?

Cast
Zoals je in de verhaal-beschrijving hierboven al kon zien, was Magaro eerder al te zien in die vlijmscherpe Wall Street-analyse van Adam McKay: The Big Short. En ergens is zijn rol in die film – als één van de twee jonge investeerders die toevallig een marketingpresentatie vinden en daarmee een enorme kans grijpen (aan het eind overigens nog aardig gefileerd door Brad Pitts karakter) – het hedendaagse broertje van z’n Cookie-rol. En ook hier past z’n wat Droopy-achtige uiterlijk perfect: makkelijk te overklassen door bullebakken, maar wel met een hoop en/of vriendelijkheid waardoor je hem ‘succes’ gunt. Opvallend was ook Orion Lee’s rol, die ik overigens helemaal niet herkende uit die Bond– en/of Star Wars-film hoor (die ik hierboven namedrop-te). Zijn King-Lu-karakter combineerde opportunisme met wat vaderlijkheid, en dat was goed complementair aan het Cookie-karakter.
Toby Jones in zo’n bijrol is ook vrij opmerkelijk, al veerde ik meer op toen ik Ewen Bremner (Spud uit Trainspotting!!) herkende. En zo zit de film best vol met bekende koppen in zeer kleine bijrolletjes, want Scott Shepherds kenmerkende hoofd herkende ik bijvoorbeeld uit Bridge of Spies en Jason Bourne, terwijl Lily Gladstone’s rol een stuk kleiner was dan in Reichardts eerdere Stewart-Dern-Williams-film over ‘bepaalde vrouwen’ (oftewel Certain Women, die ik dus óók nog moet zien!). En dan vergeet ik bijna nog Gary Farmer te noemen, uit Jim Jarmush-klassiekers Dead Man en Ghost Dog..!

Final credits
First CowMaar Kelly Reichardt en First Cow hebben helemaal geen namedropping-recensie nodig. Ik vond First Cow echt een prachtige vertelling over vriendschap in een tijd die je eigenlijk vooral kent van opportunistische goed-kwaad-verhalen. Juist het ontbreken van extra uitleg toont Reichardts zelfvertrouwen als maker, wat door het laatste shot van de film nogmaals en heel stevig werd bevestigd. Het lef van dat einde verraste mij zelfs (ik ben een sucker voor momenten waarop ik denk “Zouden ze ‘m hier durven laten eindigen?“, maar hier durfden ze het dus nog eerder). Dus ja: wát een film..!
En dan eindig ik deze recensie graag met die prachtige William Blake-regel waarmee de film opent: “The bird a nest, the spider a web, man friendship.

IMDb: https://www.imdb.com/title/tt9231040

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *