El abrazo de la serpiente (a.k.a. Embrace of the Serpent – 2015)

Mogelijk raar om een recensie te beginnen door te stellen dat een film als deze eigenlijk niet gerecenseerd moet worden, omdat recensies toch vaak een behoorlijk rationele component bevatten, terwijl deze film letterlijk en figuurlijk over dromen gaat: een wereld waarin ratio vaak ondergeschikt is. Dat ik daarnaast twee jaar geleden niet heel ver van de plek was waar deze film is opgenomen, en zelf ook een sjamaan bezocht heb in Puerto Nariño, dat maakt het natuurlijk nóg lastiger om voldoende afstand te nemen. Terwijl vooral afstand nemen van m’n rationele drang om deze film te ‘begrijpen’ wel nodig is om ‘m op instinctief vlak beter te doorzien. Want ik voel aan steeds meer dat deze film zo’n beetje alle (spiritueel) interessante zaken aanraakt waar ik me de laatste tien jaar mee bezig heb gehouden, en dan blijkt één van de dagboeken waardoor deze film geïnspireerd is ook nog eens een zeer grote invloed te hebben gehad op de Amerikaanse Beat-generatie (denk aan Jack – On the Road – Kerouac, William S. – Naked Lunch – Burroughs en Alan – Howl – Ginsberg) én een basis voor de hippie-cultuur gelegd te hebben..?

Het verhaal
In twee tijdlijnen (1909 en 1942?) vertelt Embrace of the Serpent primair het verhaal van een jonge (Nilbio Torres) en oude Karamakate (Antonio Bolivar), een sjamaan in de Colombiaanse Amazone-jungle en één van de laatsten van z’n stam. In 1909 wordt hij geconfronteerd met een zeer zieke Duitse wetenschapper, Theo (Jan – D’Ardennen, Borgman (!) – Bijvoet), die zijn hulp nodig heeft om iets van genezing te vinden. Theo is botanist en lijkt één van de weinige blanken in die tijd die de inheemse stammen niet tracht te misbruiken voor persoonlijk gewin. Alhoewel hij daarin wel een keer goed terechtgewezen wordt door Karamakate.

Meer dan 30 jaar later blijkt Karamakate een oude man, die nog altijd in eenvoudige soberheid in de jungle leeft. Hij krijgt bezoek van een Amerikaan, die geïnspireerd is door de boeken die Theo schreef over zijn Amazone-avonturen. Deze Evan (Brionne Davis) haalt Karamakate over om ongeveer dezelfde reis wederom af te leggen, maar Karamakate is bang dat hij veranderd is in een zogenaamde ‘chullachaqui‘: een soort zielloze schil van iets wat ooit een mens was. Hij herinnert zich namelijk weinig meer, en daagt daarmee Evan uit om zelf de route te bepalen, gebaseerd op iets wat deze westerling niet kan/wil geloven. En daarin zit wederom een geweldige manier waarop Karamakate op terloops subtiele wijze even aangeeft dat ‘wij’, ondanks onze technologische superioriteit, deze technologie helemaal niet ten volle benutten. Dus ook deze tweede westerling wordt even ’terechtgewezen’, waarbij je overigens zeker niet moet denken dat Karamakate als alwetende ‘nobele wilde’ wordt neergezet. Want juist in Karamakate’s ‘openbaring’ lijkt de mooiste boodschap van de film te zitten…

El abrazo de la serpiente-recensie: de beste én mooiste film ooit over de Amazone..? In elk geval de meest intrigerende...

Dromerige interpretatie
De Colombiaanse ondertitel van deze film is “an Amazonian dream“. En zo dromerig moet je de film ook beleven. Dat is één van de twee grote verschillen met Werner Herzogs twee Amazone-films: Fitzcarraldo en Aguirre: Wrath of God. Deze films vangen het immense mysterie van dat geweldige regenwoud ook erg goed, maar dan toch wel volledig verteld vanuit een zich superieur achtend westers hoofdkarakter. Hier volgen we Karamakate en zijn strijd om de kennis van z’n stam te behouden, maar op een gegeven moment lijkt hij dus in te zien dat zijn afkeer tegen deze blanken mogelijk net zo ‘beperkend’ is in het bereiken van dat doel, als dat de kortzichtigheid van het blanke kapitalisme bekrompen is. Daarnaast zit er een mooie link in naar tijdloosheid, die me zelfs aan Andy – The Martian – Weirs The Egg deed denken. Maar ik meende ook een soort Eckart Tolle-iaanse lach te zien inzake onze beschaafde ‘zucht naar drama’, wanneer Theo bijna in huilen uitbarst als hij een brief naar z’n vrouw dicteert aan z’n hulpje Manduca, en de twee indianen in de boot hem daarom behoorlijk uitlachen. Daarnaast is er de scène met een grammofoonspeler, waarmee Evan een stukje technologische superioriteit tracht te tonen, maar waarin Karamakate aangeeft dat wij dit mogelijk verkeerd gebruiken, door enkel van de mooie klanken te genieten, maar niet de ‘droom’ in die muziek ervaren. Een symbool voor hoe onze westerse arrogantie ons verblindt en tegenhoudt in onze spirituele zoektocht..?

Feiten
Zoals je hierboven ziet: ik heb nog genoeg om te laten ‘marineren’ in m’n hoofd. Mogelijk verstandiger om het hier verder dan maar aan feiten te houden. Dat de acteur die de oude Karamakate speelt ook écht één van de laatsten van z’n stam is, wat de film een extra realisme geeft. Of de opmerkelijke keuze om de geweldige kleuren van de Amazone juist in zwart-wit te tonen van regisseur Ciro Guerra. Hij raakte namelijk geïnspireerd om deze film te maken, juist door de zwart-wit foto’s in de dagboeken van Amazone-avonturiers Theodor Koch-Grunberg en Richard Evans Schultes, waarop het verhaal deels gebaseerd is. Maar omdat in Guerra’s ogen de pracht en praal van de Amazone niet op film vast te leggen is, maar mogelijk wel in de hoofden van de kijkers gevormd kon worden, koos hij er juist voor om de film voor 99,5% in zwart-wit te maken. Mogelijk dus om jou extra in het verhaal te trekken? Daarnaast worden er maar liefst negen verschillende Amazone-dialecten gesproken in de film, wat ten eerste toont dat we die cultuur gelukkig nog niet helemaal uitgeroeid hebben, maar ook hoe belangrijk Guerra het vond om hun verhaal te vertellen.
En dat het dagboek van Evans Schultes door veel schrijvers uit de Beat-generatie gelezen is en mogelijk één van de inspiratoren voor de hippie-beweging en bijbehorende psychedelica-cultuur was, dat zorgde voor deze lezer van A Psychedelic Explorer’s Guide voor nog meer ‘herkenning’. Een boek dat ik overigens ben gaan lezen ná mijn bezoek aan die Colombiaanse sjamaan in april 2014, omdat ik al die psychedelica ontzettend interessant vind. Maar omdat ik toen nog te weinig wist van ayahuasca (overigens níet hetgeen de wetenschappers in deze film naar op zoek zijn, maar wel hetgeen waar ‘mijn sjamaan’ in gespecialiseerd was), durfde ik dat toen nog totaal niet. Wat voor mij persoonlijk wel leuk is, is dat Theo in de film meerdere malen iets in z’n neus geblazen krijgt om hem weer kortstondig op te lappen, en dat heb ik toen wel mogen ervaren…

Final credits
Ondanks dat ik me direct na afloop wel even afvroeg waarom deze film een Oscarnominatie (voor Best Buitenlandse Film) had gekregen, omdat de vertelling zo onconventioneel is, voelt het inmiddels als één van die films die het medium zelf lijken te overstijgen, waarvan ik er om de zoveel jaar één van zie. De vorige waarbij ik dat had waren Malicks The Tree of Life en Jarmush’ The Limits of Control.
Ik vond hem dan ook om vele redenen ontzettend intrigerend. Vanwege het feit dat het juist geen overduidelijke/platte aanklacht tegen westerlingen biedt, maar meer een inzicht geeft in de menselijke natuur an sich. Wel gezet tegen de bedreigingen van de Amazone door de westerlingen (of het nou rubberbaronnen of missionarissen zijn), maar dat is volgens mij meer om te tonen dat vooruitgang ook kan verblinden. Maar mogelijk is het intrigerende aan deze film wel het beste te duiden door die laatste scène, die in mijn interpretatie van de film een enorm belangrijke functie heeft, maar die volgens de regisseur juist níet in het script stond, maar ‘gewoon’ gebeurde…

IMDb: http://www.imdb.com/title/tt4285496

Trailer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *